-
1 in zijn stoel neerploffen
in zijn stoel neerploffen -
2 in zijn stoel neerploffen
in zijn stoel neerploffenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in zijn stoel neerploffen
-
3 neerploffen
1 [neervallen] tomber lourdement♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [neergooien] laisser tomber -
4 neerploffen
1 [neervallen] flop/plump/plop down♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [neergooien] dump/plop (down)♦voorbeelden: -
5 plumpsen
-
6 sich auf einen Stuhl plumpsen lassen
sich auf einen Stuhl plumpsen lassenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > sich auf einen Stuhl plumpsen lassen
-
7 sich in den Stuhl wuchten
sich in den Stuhl wuchtenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > sich in den Stuhl wuchten
-
8 sich in einen Sessel werfen
sich in einen Sessel werfenin, op een stoel neerploffenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > sich in einen Sessel werfen
-
9 werfen
werfen3 werpen, jongen♦voorbeelden:mit Geld um sich werfen • met geld smijteneinen Mantel um sich werfen • een mantel omslaandie Kleider von sich werfen • zijn kleren vlug uittrekken, afwerpen♦voorbeelden:sich in einen Sessel werfen • in, op een stoel neerploffen -
10 wuchten
wuchtenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 met logge, plompe bewegingen ergens naar toe gaan♦voorbeelden: -
11 effondrer
-
12 flop down in a chair
flop down in a chair -
13 flop
n. mep, slag (van slaan); slag-geluid; complete flop (slang)--------v. vallen, omvallen, verworpen worden; omgooien; falen (slang)flop1[ flop] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 onhandige beweging ⇒ zwaai, gespartel————————flop2〈werkwoord; flopped〉1 zwaaien ⇒ klappen, spartelen2 smakken ⇒ ploffen, plonzen♦voorbeelden:————————flop3〈 bijwoord〉1 met een smak/plof/bons/plons -
14 affaler
-
15 s'affaler sur une chaise
s'affaler sur une chaiseDictionnaire français-néerlandais > s'affaler sur une chaise
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский